Translation meaning & definition of the word "landmark" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "landmark" in de Nederlandse taal
Landmark
[Landmark]noun
1. The position of a prominent or well-known object in a particular landscape
- "The church steeple provided a convenient landmark"
- synonym:
- landmark
1. De positie van een prominent of bekend object in een bepaald landschap
- "De kerktoren zorgde voor een handig herkenningspunt"
- synoniem:
- herkenning
2. An event marking a unique or important historical change of course or one on which important developments depend
- "The agreement was a watershed in the history of both nations"
- synonym:
- landmark ,
- turning point ,
- watershed
2. Een evenement dat een unieke of belangrijke historische koerswijziging markeert of waarvan belangrijke ontwikkelingen afhangen
- "De overeenkomst was een keerpunt in de geschiedenis van beide naties"
- synoniem:
- herkenning ,
- keerpunt ,
- stroomgebied
3. A mark showing the boundary of a piece of land
- synonym:
- landmark
3. Een merkteken dat de grens van een stuk land toont
- synoniem:
- herkenning
4. An anatomical structure used as a point of origin in locating other anatomical structures (as in surgery) or as point from which measurements can be taken
- synonym:
- landmark
4. Een anatomische structuur die wordt gebruikt als oorsprongspunt bij het lokaliseren van andere anatomische structuren ( zoals bij chirurgie ) of als punt van waaruit metingen kunnen worden uitgevoerd
- synoniem:
- herkenning