Translation meaning & definition of the word "landlady" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "dame" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Landlady
[Landlady]/lændledi/
noun
1. A landlord who is a woman
- synonym:
- landlady
1. Een huisbaas die een vrouw is
- synoniem:
- hospita
Examples of using
If we pay the rent to the landlady, we won't have any money for food; we are between the devil and the deep blue sea.
Als we de huur aan de hospita betalen, hebben we geen geld voor eten; we zijn tussen de duivel en de diepblauwe zee.