Translation meaning & definition of the word "laced" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "laced" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Laced
[Gehakt]/lest/
adjective
1. Closed with a lace
- "Snugly laced shoes"
- synonym:
- laced ,
- tied
1. Afgesloten met een kant
- "Knuffelige schoenen"
- synoniem:
- geregen ,
- vastgebonden
2. Edged or streaked with color
- "White blossoms with purple-laced petals"
- synonym:
- laced
2. Omrand of gestreept met kleur
- "Witte bloesems met paars geregen bloembladen"
- synoniem:
- geregen