Translation meaning & definition of the word "kissing" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "kussen" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Kissing
[Kussen]/kɪsɪŋ/
noun
1. Affectionate play (or foreplay without contact with the genital organs)
- synonym:
- caressing ,
- cuddling ,
- fondling ,
- hugging ,
- kissing ,
- necking ,
- petting ,
- smooching ,
- snuggling
1. Aanhankelijk spel (of voorspel zonder contact met de geslachtsorganen)
- synoniem:
- strelen ,
- knuffelen ,
- zoenen ,
- nekken ,
- aaien ,
- smoochen
Examples of using
And then he started kissing me again.
En toen begon hij me weer te kussen.
I regret kissing Tom.
Ik heb spijt dat ik Tom heb gekust.
They started kissing each other.
Ze begonnen elkaar te kussen.