Translation meaning & definition of the word "keeping" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "houden" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Keeping
[Blijven]/kipɪŋ/
noun
1. Conformity or harmony
- "His behavior was not in keeping with the occasion"
- synonym:
- keeping
1. Conformiteit of harmonie
- "Zijn gedrag paste niet bij de gelegenheid"
- synoniem:
- houden
2. The responsibility of a guardian or keeper
- "He left his car in my keeping"
- synonym:
- guardianship ,
- keeping ,
- safekeeping
2. De verantwoordelijkheid van een voogd of bewaarder
- "Hij heeft zijn auto in mijn bezit achtergelaten"
- synoniem:
- voogdij ,
- houden ,
- bewaring
3. The act of retaining something
- synonym:
- retention ,
- keeping ,
- holding
3. De handeling om iets te behouden
- synoniem:
- retentie ,
- houden
Examples of using
Did you have any trouble keeping up with the others?
Had je moeite om de anderen bij te houden?
I’m keeping my diary on Google+ so that no one reads it.
Ik bewaar mijn dagboek op Google + zodat niemand het leest.
I'm sorry for keeping you waiting.
Het spijt me dat ik je heb laten wachten.