Translation meaning & definition of the word "kaiser" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "kaiser" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Kaiser
[Kaiser]/kaɪzər/
noun
1. The title of the holy roman emperors or the emperors of austria or of germany until 1918
- synonym:
- Kaiser
1. De titel van de heilige roomse keizers of de keizers van oostenrijk of van duitsland tot 1918
- synoniem:
- Kaiser