Translation meaning & definition of the word "journey" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "reis" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Journey
[Reis]/ʤərni/
noun
1. The act of traveling from one place to another
- synonym:
- journey ,
- journeying
1. Het reizen van de ene plaats naar de andere
- synoniem:
- reis ,
- reizen
verb
1. Undertake a journey or trip
- synonym:
- travel ,
- journey
1. Maak een reis of reis
- synoniem:
- reizen ,
- reis
2. Travel upon or across
- "Travel the oceans"
- synonym:
- travel ,
- journey
2. Reis op of over
- "Reis over de oceanen"
- synoniem:
- reizen ,
- reis
Examples of using
It was a long journey.
Het was een lange reis.
We wish you a pleasant journey.
Wij wensen u een prettige reis.
I wished him a good journey.
Ik wenste hem een goede reis.