Translation meaning & definition of the word "jaw" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "kaak" in de Nederlandse taal
Jaw
[Kaak]noun
1. The part of the skull of a vertebrate that frames the mouth and holds the teeth
- synonym:
- jaw
1. Het deel van de schedel van een gewervelde dat de mond omlijst en de tanden vasthoudt
- synoniem:
- kaak
2. The bones of the skull that frame the mouth and serve to open it
- The bones that hold the teeth
- synonym:
- jaw
2. De botten van de schedel die de mond omlijsten en dienen om deze te openen
- De botten die de tanden vasthouden
- synoniem:
- kaak
3. Holding device consisting of one or both of the opposing parts of a tool that close to hold an object
- synonym:
- jaw
3. Vasthoudinrichting bestaande uit een of beide tegengestelde delen van een gereedschap dat dicht bij een object zit
- synoniem:
- kaak
verb
1. Talk socially without exchanging too much information
- "The men were sitting in the cafe and shooting the breeze"
- synonym:
- chew the fat ,
- shoot the breeze ,
- chat ,
- confabulate ,
- confab ,
- chitchat ,
- chit-chat ,
- chatter ,
- chaffer ,
- natter ,
- gossip ,
- jaw ,
- claver ,
- visit
1. Sociaal praten zonder teveel informatie uit te wisselen
- "De mannen zaten in het café en schoten op de wind"
- synoniem:
- kauw op het vet ,
- schiet de wind ,
- chatten ,
- confabuleren ,
- confab ,
- chitchat ,
- chit-chat ,
- kletsen ,
- kaf ,
- natter ,
- roddelen ,
- kaak ,
- claver ,
- bezoek
2. Talk incessantly and tiresomely
- synonym:
- yack ,
- jaw ,
- yack away ,
- rattle on ,
- yap away
2. Praat onophoudelijk en vermoeiend
- synoniem:
- yack ,
- kaak ,
- yack weg ,
- rammelen op ,
- yap weg
3. Chew (food)
- To bite and grind with the teeth
- "He jawed his bubble gum"
- "Chew your food and don't swallow it!"
- "The cows were masticating the grass"
- synonym:
- chew ,
- masticate ,
- manducate ,
- jaw
3. Kauwen ( eten )
- Bijten en malen met de tanden
- "Hij heeft zijn kauwgom gekrabbeld"
- "Kauw op je eten en slik het niet in!"
- "De koeien mastiekten het gras"
- synoniem:
- kauwen ,
- mastiek ,
- manducaat ,
- kaak
4. Censure severely or angrily
- "The mother scolded the child for entering a stranger's car"
- "The deputy ragged the prime minister"
- "The customer dressed down the waiter for bringing cold soup"
- synonym:
- call on the carpet ,
- take to task ,
- rebuke ,
- rag ,
- trounce ,
- reproof ,
- lecture ,
- reprimand ,
- jaw ,
- dress down ,
- call down ,
- scold ,
- chide ,
- berate ,
- bawl out ,
- remonstrate ,
- chew out ,
- chew up ,
- have words ,
- lambaste ,
- lambast
4. Censuur ernstig of boos
- "De moeder schold het kind uit omdat het in de auto van een vreemde was gestapt"
- "De afgevaardigde heeft de premier belazerd"
- "De klant heeft de ober aangekleed voor het brengen van koude soep"
- synoniem:
- roep het tapijt op ,
- nemen aan taak ,
- berispen ,
- lap ,
- bespringen ,
- terechtwijzing ,
- lezing ,
- berisping ,
- kaak ,
- aankleden ,
- bellen ,
- schelden ,
- berouw ,
- bawl uit ,
- protesteren ,
- kauwen ,
- heb woorden ,
- lambaste ,
- lambast