Translation meaning & definition of the word "jargon" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "jargon" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Jargon
[Jargon]/ʤɑrgən/
noun
1. A characteristic language of a particular group (as among thieves)
- "They don't speak our lingo"
- synonym:
- slang ,
- cant ,
- jargon ,
- lingo ,
- argot ,
- patois ,
- vernacular
1. Een karakteristieke taal van een bepaalde groep ( zoals onder dieven )
- "Ze spreken ons jargon niet"
- synoniem:
- jargon ,
- kan niet ,
- argot ,
- patois ,
- volkstaal
2. A colorless (or pale yellow or smoky) variety of zircon
- synonym:
- jargoon ,
- jargon
2. Een kleurloze ( of lichtgele of rokerige ) variëteit van zirkoon
- synoniem:
- jargon
3. Specialized technical terminology characteristic of a particular subject
- synonym:
- jargon
3. Gespecialiseerde technische terminologie die kenmerkend is voor een bepaald onderwerp
- synoniem:
- jargon