Translation meaning & definition of the word "invade" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "binnenvallen" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Invade
[Binnenvallen]/ɪnved/
verb
1. March aggressively into another's territory by military force for the purposes of conquest and occupation
- "Hitler invaded poland on september 1, 1939"
- synonym:
- invade ,
- occupy
1. Met militair geweld agressief het grondgebied van een ander binnen marcheren met het oog op verovering en bezetting
- "Hitler viel polen binnen op 1 september 1939"
- synoniem:
- binnenvallen ,
- bezetten
2. To intrude upon, infringe, encroach on, violate
- "This new colleague invades my territory"
- "The neighbors intrude on your privacy"
- synonym:
- intrude on ,
- invade ,
- obtrude upon ,
- encroach upon
2. Binnendringen, inbreuk maken, inbreuk maken, schenden
- "Deze nieuwe collega valt mijn territorium binnen"
- "De buren dringen uw privacy binnen"
- synoniem:
- indringen ,
- binnenvallen ,
- stom op ,
- inbreuk maken
3. Occupy in large numbers or live on a host
- "The kudzu plant infests much of the south and is spreading to the north"
- synonym:
- invade ,
- overrun ,
- infest
3. In grote aantallen bezetten of op een gastheer wonen
- "De kudzu-fabriek besmet een groot deel van het zuiden en verspreidt zich naar het noorden"
- synoniem:
- binnenvallen ,
- overspoeld ,
- besmet
4. Penetrate or assault, in a harmful or injurious way
- "The cancer had invaded her lungs"
- synonym:
- invade
4. Doordringen of aanvallen, op een schadelijke of schadelijke manier
- "De kanker was haar longen binnengedrongen"
- synoniem:
- binnenvallen