Translation meaning & definition of the word "interference" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "interferentie" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Interference
[Interferentie]/ɪntərfɪrəns/
noun
1. A policy of intervening in the affairs of other countries
- synonym:
- intervention ,
- interference
1. Een beleid om in te grijpen in de aangelegenheden van andere landen
- synoniem:
- interventie ,
- interferentie
2. The act of hindering or obstructing or impeding
- synonym:
- hindrance ,
- hinderance ,
- interference
2. Het belemmeren, belemmeren of belemmeren
- synoniem:
- belemmering ,
- interferentie
3. Electrical or acoustic activity that can disturb communication
- synonym:
- noise ,
- interference ,
- disturbance
3. Elektrische of akoestische activiteit die de communicatie kan verstoren
- synoniem:
- geluid ,
- interferentie ,
- verstoring
4. (american football) blocking a player's path with your body
- "He ran interference for the quarterback"
- synonym:
- interference
4. ( american football ) blokkeert het pad van een speler met je lichaam
- "Hij had interferentie voor de quarterback"
- synoniem:
- interferentie
5. Any obstruction that impedes or is burdensome
- synonym:
- hindrance ,
- hinderance ,
- hitch ,
- preventive ,
- preventative ,
- encumbrance ,
- incumbrance ,
- interference
5. Elke belemmering die een belemmering vormt of is
- synoniem:
- belemmering ,
- liften ,
- preventief ,
- bezwaring ,
- ongenoegen ,
- interferentie