Lingvanex Tranalator

Translator for


translation app

Lingvanex - your universal translation app

Translator for

Download For Free

Translation meaning & definition of the word "intelligent" into Dutch language

Vertaling betekenis & definitie van het woord "intelligent" in de Nederlandse taal

EnglishDutch

Intelligent

[Intelligent]
/ɪntɛləʤənt/

adjective

1. Having the capacity for thought and reason especially to a high degree

  • "Is there intelligent life in the universe?"
  • "An intelligent question"
    synonym:
  • intelligent

1. Het vermogen tot denken en reden hebben, vooral in hoge mate

  • "Is er intelligent leven in het universum?"
  • "Een intelligente vraag"
    synoniem:
  • intelligent

2. Possessing sound knowledge

  • "Well-informed readers"
    synonym:
  • intelligent
  • ,
  • well-informed

2. Het bezitten van gedegen kennis

  • "Goed geïnformeerde lezers"
    synoniem:
  • intelligent
  • ,
  • goed geïnformeerd

3. Exercising or showing good judgment

  • "Healthy scepticism"
  • "A healthy fear of rattlesnakes"
  • "The healthy attitude of french laws"
  • "Healthy relations between labor and management"
  • "An intelligent solution"
  • "A sound approach to the problem"
  • "Sound advice"
  • "No sound explanation for his decision"
    synonym:
  • healthy
  • ,
  • intelligent
  • ,
  • levelheaded
  • ,
  • level-headed
  • ,
  • sound

3. Goed beoordelingsvermogen uitoefenen of tonen

  • "Gezonde scepsis"
  • "Een gezonde angst voor ratelslangen"
  • "De gezonde houding van franse wetten"
  • "Gezonde relaties tussen arbeid en management"
  • "Een intelligente oplossing"
  • "Een goede benadering van het probleem"
  • "Geluidsadvies"
  • "Geen goede verklaring voor zijn beslissing"
    synoniem:
  • gezond
  • ,
  • intelligent
  • ,
  • nuchter
  • ,
  • geluid

4. Endowed with the capacity to reason

    synonym:
  • intelligent
  • ,
  • reasoning(a)
  • ,
  • thinking(a)

4. Begiftigd met het vermogen om te redeneren

    synoniem:
  • intelligent
  • ,
  • redenering ( a )
  • ,
  • denken ( a )

Examples of using

Mary is a really intelligent child.
Mary is een heel intelligent kind.
Every day you should at least listen to a short song, read a good poem, look at a beautiful picture, and, if possible, say several intelligent words.
Elke dag moet je in ieder geval naar een kort liedje luisteren, een goed gedicht lezen, naar een mooi plaatje kijken en, indien mogelijk, meerdere intelligente woorden zeggen.
He's an intelligent young man.
Hij is een intelligente jongeman.