Lingvanex Tranalator

Translator for


translation app

Lingvanex - your universal translation app

Translator for

Download For Free

Translation meaning & definition of the word "inside" into Dutch language

Vertaling betekenis & definitie van het woord "binnen" in de Nederlandse taal

EnglishDutch

Inside

[Binnen]
/ɪnsaɪd/

noun

1. The region that is inside of something

    synonym:
  • inside
  • ,
  • interior

1. De regio die ergens in zit

    synoniem:
  • binnen
  • ,
  • interieur

2. The inner or enclosed surface of something

    synonym:
  • inside
  • ,
  • interior

2. Het binnen- of gesloten oppervlak van iets

    synoniem:
  • binnen
  • ,
  • interieur

adjective

1. Relating to or being on the side closer to the center or within a defined space

  • "He reached into his inside jacket pocket"
  • "Inside out"
  • "An inside pitch is between home plate and the batter"
    synonym:
  • inside

1. Met betrekking tot of aan de zijkant dichter bij het centrum of binnen een gedefinieerde ruimte

  • "Hij reikte in zijn binnenzak"
  • "Binnenstebuiten"
  • "Een binnenpitch is tussen de thuisplaat en de slagman"
    synoniem:
  • binnen

2. Being or applying to the inside of a building

  • "An inside wall"
    synonym:
  • inside(a)

2. Zijn of toepassen op de binnenkant van een gebouw

  • "Een binnenmuur"
    synoniem:
  • binnen ( a )

3. Confined to an exclusive group

  • "Privy to inner knowledge"
  • "Inside information"
  • "Privileged information"
    synonym:
  • inside
  • ,
  • inner
  • ,
  • privileged

3. Beperkt tot een exclusieve groep

  • "Privy to inner knowledge"
  • "Voorkennis"
  • "Geprivilegieerde informatie"
    synoniem:
  • binnen
  • ,
  • innerlijk
  • ,
  • bevoorrecht

4. Away from the outer edge

  • "An inner lahne"
  • "The inside lane"
    synonym:
  • inside

4. Weg van de buitenrand

  • "Een innerlijke lahne"
  • "De binnenbaan"
    synoniem:
  • binnen

adverb

1. Within a building

  • "In winter we play inside"
    synonym:
  • inside
  • ,
  • indoors

1. Binnen een gebouw

  • "In de winter spelen we binnen"
    synoniem:
  • binnen

2. On the inside

  • "Inside, the car is a mess"
    synonym:
  • inside
  • ,
  • within

2. Aan de binnenkant

  • "Binnen is de auto een zooitje"
    synoniem:
  • binnen

3. With respect to private feelings

  • "Inwardly, she was raging"
    synonym:
  • inwardly
  • ,
  • inside

3. Met betrekking tot privégevoelens

  • "Naar binnen woedde ze"
    synoniem:
  • innerlijk
  • ,
  • binnen

4. In reality

  • "She is very kind at heart"
    synonym:
  • at heart
  • ,
  • at bottom
  • ,
  • deep down
  • ,
  • inside
  • ,
  • in spite of appearance

4. In werkelijkheid

  • "Ze is erg aardig van hart"
    synoniem:
  • in hart en nieren
  • ,
  • onderaan
  • ,
  • diep van binnen
  • ,
  • binnen
  • ,
  • ondanks uiterlijk

Examples of using

Tom opened the door and looked inside.
Tom opende de deur en keek naar binnen.
Tom didn't realize he had his sweater on inside out.
Tom besefte niet dat hij zijn trui binnenstebuiten had.
A part of me died with you, but you live inside me forever.
Een deel van mij stierf met jou, maar je leeft voor altijd in mij.