A DNA test proved her innocence.
Een DNA-test bewees haar onschuld.
A DNA test proved his innocence.
Een DNA-test bewees zijn onschuld.
This fact proves her innocence.
Dit feit bewijst haar onschuld.
This fact proves his innocence.
Dit feit bewijst zijn onschuld.
The lawyer insisted on his innocence.
De advocaat hield vast aan zijn onschuld.
The lawyer believed in his client's innocence.
De advocaat geloofde in de onschuld van zijn cliënt.
She insisted on her innocence.
Ze drong aan op haar onschuld.
I am sure of her innocence, without a shadow of a doubt.
Ik ben zeker van haar onschuld, zonder enige twijfel.
I am convinced of her innocence.
Ik ben overtuigd van haar onschuld.
He tried to convince them of his innocence in vain.
Hij probeerde hen tevergeefs van zijn onschuld te overtuigen.
He convinced me of his innocence.
Hij overtuigde me van zijn onschuld.
I can bear witness to his innocence.
Ik kan getuigen van zijn onschuld.
I am fully convinced of your innocence.
Ik ben volledig overtuigd van uw onschuld.
I am convinced of your innocence.
Ik ben overtuigd van je onschuld.
We are all convinced of his innocence.
We zijn allemaal overtuigd van zijn onschuld.
I have a firm belief in his innocence.
Ik heb een vast geloof in zijn onschuld.
For free English to Dutch translation, utilize the Lingvanex translation apps.
We apply ultimate machine translation technology and artificial intelligence to offer a free Dutch-English online text translator.