Translation meaning & definition of the word "inherit" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "erfenis" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Inherit
[Overerving]/ɪnhɛrət/
verb
1. Obtain from someone after their death
- "I inherited a castle from my french grandparents"
- synonym:
- inherit
1. Verkrijgen van iemand na hun dood
- "Ik heb een kasteel geërfd van mijn franse grootouders"
- synoniem:
- erven
2. Receive from a predecessor
- "The new chairman inherited many problems from the previous chair"
- synonym:
- inherit
2. Ontvangen van een voorganger
- "De nieuwe voorzitter heeft veel problemen geërfd van de vorige voorzitter"
- synoniem:
- erven
3. Receive by genetic transmission
- "I inherited my good eyesight from my mother"
- synonym:
- inherit
3. Ontvangen door genetische overdracht
- "Ik heb mijn goede gezichtsvermogen van mijn moeder geërfd"
- synoniem:
- erven