Translation meaning & definition of the word "infertility" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "onvruchtbaarheid" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Infertility
[Onvruchtbaarheid]/ɪnfərtɪlɪti/
noun
1. The state of being unable to produce offspring
- In a woman it is an inability to conceive
- In a man it is an inability to impregnate
- synonym:
- sterility ,
- infertility
1. De staat van het niet kunnen produceren van nakomelingen
- Bij een vrouw is het een onvermogen om zwanger te worden
- Bij een man is het een onvermogen om te impregneren
- synoniem:
- steriliteit ,
- onvruchtbaarheid