Translation meaning & definition of the word "infant" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "infant" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Infant
[Baby]/ɪnfənt/
noun
1. A very young child (birth to 1 year) who has not yet begun to walk or talk
- "The baby began to cry again"
- "She held the baby in her arms"
- "It sounds simple, but when you have your own baby it is all so different"
- synonym:
- baby ,
- babe ,
- infant
1. Een zeer jong kind ( geboorte tot 1 jaar ) dat nog niet is begonnen met lopen of praten
- "De baby begon weer te huilen"
- "Ze hield de baby in haar armen"
- "Het klinkt simpel, maar als je je eigen baby hebt, is het allemaal zo anders"
- synoniem:
- baby ,
- schat