Translation meaning & definition of the word "independently" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "onafhankelijk" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Independently
[Onafhankelijk]/ɪndɪpɛndəntli/
adverb
1. On your own
- Without outside help
- "The children worked on the project independently"
- synonym:
- independently
1. Alleen
- Zonder hulp van buitenaf
- "De kinderen werkten zelfstandig aan het project"
- synoniem:
- onafhankelijk
2. Apart from others
- "The clothes were hung severally"
- synonym:
- independently ,
- severally
2. Behalve anderen
- "De kleding werd apart opgehangen"
- synoniem:
- onafhankelijk ,
- afzonderlijk
Examples of using
The truly remarkable feature of sound production by birds is that the two sides of the syrinx can act independently.
Het werkelijk opmerkelijke kenmerk van geluidsproductie door vogels is dat de twee zijden van de syrinx onafhankelijk kunnen werken.
Tom and Bill arrived at the conclusion independently of each other.
Tom en Bill kwamen onafhankelijk van elkaar tot de conclusie.