Translation meaning & definition of the word "incorporate" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "incorporate" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Incorporate
[Opnemen]/ɪnkɔrpəret/
verb
1. Make into a whole or make part of a whole
- "She incorporated his suggestions into her proposal"
- synonym:
- integrate ,
- incorporate
1. Maak er een geheel van of maak deel uit van een geheel
- "Ze verwerkte zijn suggesties in haar voorstel"
- synoniem:
- integreer ,
- incorporeren
2. Include or contain
- Have as a component
- "A totally new idea is comprised in this paper"
- "The record contains many old songs from the 1930's"
- synonym:
- incorporate ,
- contain ,
- comprise
2. Bevatten of bevatten
- Hebben als component
- "Een totaal nieuw idee is vervat in dit artikel"
- "De plaat bevat veel oude nummers uit de jaren dertig"
- synoniem:
- incorporeren ,
- bevatten ,
- omvatten
3. Form a corporation
- synonym:
- incorporate
3. Vorm een corporatie
- synoniem:
- incorporeren
4. Unite or merge with something already in existence
- "Incorporate this document with those pertaining to the same case"
- synonym:
- incorporate
4. Verenig of versmel met iets dat al bestaat
- "Neem dit document op met de documenten die betrekking hebben op dezelfde zaak"
- synoniem:
- incorporeren
adjective
1. Formed or united into a whole
- synonym:
- incorporate ,
- incorporated ,
- integrated ,
- merged ,
- unified
1. Gevormd of verenigd tot een geheel
- synoniem:
- incorporeren ,
- incorporated ,
- integrated ,
- gefuseerd ,
- unified