Translation meaning & definition of the word "incite" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "aanzetten" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Incite
[Opwinding]/ɪnsaɪt/
verb
1. Give an incentive for action
- "This moved me to sacrifice my career"
- synonym:
- motivate ,
- actuate ,
- propel ,
- move ,
- prompt ,
- incite
1. Een stimulans geven voor actie
- "Dit bracht me ertoe mijn carrière op te offeren"
- synoniem:
- motiveren ,
- activeren ,
- voortstuwen ,
- verplaatsen ,
- prompt ,
- aanzetten
2. Provoke or stir up
- "Incite a riot"
- "Set off great unrest among the people"
- synonym:
- incite ,
- instigate ,
- set off ,
- stir up
2. Provoceren of roeren
- "Opruiing van een rel"
- "Veroorzaakte grote onrust onder de mensen"
- synoniem:
- aanzetten ,
- vertrokken ,
- roeren
3. Urge on
- Cause to act
- "The other children egged the boy on, but he did not want to throw the stone through the window"
- synonym:
- prod ,
- incite ,
- egg on
3. Aandringen op
- Reden om te handelen
- "De andere kinderen trokken de jongen aan, maar hij wilde de steen niet door het raam gooien"
- synoniem:
- prod ,
- aanzetten ,
- ei op