Translation meaning & definition of the word "impracticable" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "onuitvoerbaar" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Impracticable
[Onuitvoerbaar]/ɪmpræktɪkəbəl/
adjective
1. Not capable of being carried out or put into practice
- "Refloating the sunken ship proved impracticable because of its fragility"
- "A suggested reform that was unfeasible in the prevailing circumstances"
- synonym:
- impracticable ,
- infeasible ,
- unfeasible ,
- unworkable
1. Niet kan worden uitgevoerd of in de praktijk kan worden gebracht
- "Het drijven van het verzonken schip bleek vanwege zijn kwetsbaarheid onpraktisch"
- "Een voorgestelde hervorming die onder de heersende omstandigheden niet haalbaar was"
- synoniem:
- onpraktisch ,
- onhaalbaar ,
- onwerkbaar