Translation meaning & definition of the word "import" into Dutch language

noun

1. Commodities (goods or services) bought from a foreign country

synonym:
• import
,
• importation

1. Grondstoffen ( goederen of diensten ) gekocht in het buitenland

synoniem:
• import
,
• invoer

2. An imported person brought from a foreign country

• "The lead role was played by an import from sweden"

• "They are descendants of indentured importees"

synonym:
• import
,
• importee

2. Een geïmporteerde persoon uit het buitenland

• "De hoofdrol werd gespeeld door een import uit zweden"

• "Ze zijn afstammelingen van contractarbeiders"

synoniem:
• import
,
• importee

3. The message that is intended or expressed or signified

• "What is the meaning of this sentence"

• "The significance of a red traffic light"

• "The signification of chinese characters"

• "The import of his announcement was ambiguous"

synonym:
• meaning
,
• significance
,
• signification
,
• import

3. Het bericht dat is bedoeld of uitgedrukt of aangegeven

• "Wat is de betekenis van deze zin"

• "De betekenis van een rood verkeerslicht"

• "De betekenis van chinese karakters"

• "De betekenis van zijn aankondiging was dubbelzinnig"

synoniem:
• betekenis
,
• import

4. A meaning that is not expressly stated but can be inferred

• "The significance of his remark became clear only later"

• "The expectation was spread both by word and by implication"

synonym:
• significance
,
• import
,
• implication

4. Een betekenis die niet uitdrukkelijk wordt vermeld maar wel kan worden afgeleid

• "De betekenis van zijn opmerking werd pas later duidelijk"

• "De verwachting werd zowel door woord als door implicatie verspreid"

synoniem:
• betekenis
,
• import
,
• implicatie

5. Having important effects or influence

• "Decisions of great consequence are made by the president himself"

• "Virtue is of more moment than security"

• "That result is of no consequence"

synonym:
• consequence
,
• import
,
• moment

5. Belangrijke effecten of invloed hebben

• "Beslissingen van groot belang worden door de president zelf genomen"

• "Deugd is van meer moment dan veiligheid"

• "Dat resultaat heeft geen gevolgen"

synoniem:
• gevolg
,
• import
,
• moment

verb

1. Bring in from abroad

synonym:
• import

1. Binnenhalen uit het buitenland

synoniem:
• import

2. Transfer (electronic data) into a database or document

synonym:
• import

2. ( elektronische gegevens ) overbrengen naar een database of document

synoniem:
• import

3. Indicate or signify

• "I'm afraid this spells trouble!"

synonym:
• spell
,
• import

3. Aangeven of aangeven

• "Ik ben bang dat dit problemen oplevert!"

synoniem:
• spellen
,
• import

Examples of using

Japan has to import oil.

Japan moet olie importeren.

Japan began to import rice from the United States.

Japan begon rijst uit de Verenigde Staten te importeren.

The author's verbiage produced a document of mammoth size and microscopic import.

Het woordenboek van de auteur produceerde een document van mammoetgrootte en microscopische import.

We import a large quantity of food.

We importeren een grote hoeveelheid voedsel.

We import flour from America.

We importeren meel uit Amerika.

We import grain from the United States.

We importeren graan uit de Verenigde Staten.

We import tea from India.

We importeren thee uit India.

We import coffee from Brazil.

We importeren koffie uit Brazilië.

We import grain from the United States.

We importeren graan uit de Verenigde Staten.