Translation meaning & definition of the word "implement" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "implementeren" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Implement
[Implementeren]/ɪmpləmənt/
noun
1. Instrumentation (a piece of equipment or tool) used to effect an end
- synonym:
- implement
1. Instrumentatie ( een apparaat of gereedschap ) gebruikt om een einde te bewerkstelligen
- synoniem:
- implementeren
verb
1. Apply in a manner consistent with its purpose or design
- "Implement a procedure"
- synonym:
- implement
1. Toepassen op een manier die consistent is met het doel of ontwerp
- "Een procedure implementeren"
- synoniem:
- implementeren
2. Ensure observance of laws and rules
- "Apply the rules to everyone"
- synonym:
- enforce ,
- implement ,
- apply
2. Zorgen voor naleving van wetten en regels
- "Pas de regels op iedereen toe"
- synoniem:
- afdwingen ,
- implementeren ,
- toepassen
3. Pursue to a conclusion or bring to a successful issue
- "Did he go through with the treatment?"
- "He implemented a new economic plan"
- "She followed up his recommendations with a written proposal"
- synonym:
- follow through ,
- follow up ,
- follow out ,
- carry out ,
- implement ,
- put through ,
- go through
3. Streven naar een conclusie of naar een succesvol probleem brengen
- "Is hij doorgegaan met de behandeling?"
- "Hij heeft een nieuw economisch plan geïmplementeerd"
- "Ze volgde zijn aanbevelingen op met een schriftelijk voorstel"
- synoniem:
- volgen ,
- opvolgen ,
- uitvoeren ,
- implementeren ,
- doorverbonden ,
- doormaken