Translation meaning & definition of the word "imperfect" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "onvolmaakt" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Imperfect
[Imperfect]/ɪmpərfɪkt/
noun
1. A tense of verbs used in describing action that is on-going
- synonym:
- progressive ,
- progressive tense ,
- imperfect ,
- imperfect tense ,
- continuous tense
1. Een tijd van werkwoorden die worden gebruikt bij het beschrijven van lopende actie
- synoniem:
- progressief ,
- progressieve tijd ,
- imperfect ,
- onvolmaakte tijd ,
- continue tijd
adjective
1. Not perfect
- Defective or inadequate
- "Had only an imperfect understanding of his responsibilities"
- "Imperfect mortals"
- "Drainage here is imperfect"
- synonym:
- imperfect
1. Niet perfect
- Defect of ontoereikend
- "Had slechts een onvolmaakt begrip van zijn verantwoordelijkheden"
- "Onvolmaakte stervelingen"
- "Drainage hier is onvolmaakt"
- synoniem:
- imperfect
2. Wanting in moral strength, courage, or will
- Having the attributes of man as opposed to e.g. divine beings
- "I'm only a fallible human"
- "Frail humanity"
- synonym:
- fallible ,
- frail ,
- imperfect ,
- weak
2. Willen in morele kracht, moed of wil
- Het hebben van de eigenschappen van de mens in tegenstelling tot bijvoorbeeld goddelijke wezens
- "Ik ben maar een feilbaar mens"
- "Kwetsbare mensheid"
- synoniem:
- feilbaar ,
- broos ,
- imperfect ,
- zwak