Translation meaning & definition of the word "immaturity" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "onvolwassenheid" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Immaturity
[Onvolwassenheid]/ɪməʧʊrɪti/
noun
1. Not having reached maturity
- synonym:
- immaturity ,
- immatureness
1. Niet volwassen zijn
- synoniem:
- onvolwassenheid