Translation meaning & definition of the word "immature" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "onvolwassen" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Immature
[Onrijpe]/ɪmətjʊr/
adjective
1. Characteristic of a lack of maturity
- "Immature behavior"
- synonym:
- immature
1. Kenmerkend voor een gebrek aan volwassenheid
- "Onvolwassen gedrag"
- synoniem:
- onvolwassen
2. (used of living things especially persons) in an early period of life or development or growth
- "Young people"
- synonym:
- young ,
- immature
2. ( gebruikt voor levende wezens, vooral personen ) in een vroege periode van leven of ontwikkeling of groei
- "Jongeren"
- synoniem:
- jong ,
- onvolwassen
3. Not fully developed or mature
- Not ripe
- "Unripe fruit"
- "Fried green tomatoes"
- "Green wood"
- synonym:
- green ,
- unripe ,
- unripened ,
- immature
3. Niet volledig ontwikkeld of volwassen
- Niet rijp
- "Onrijp fruit"
- "Gebakken groene tomaten"
- "Groen hout"
- synoniem:
- groen ,
- onrijp ,
- ongerijp ,
- onvolwassen
4. Not yet mature
- synonym:
- immature
4. Nog niet volwassen
- synoniem:
- onvolwassen
5. (of birds) not yet having developed feathers
- "A small unfledged sparrow on the window sill"
- synonym:
- unfledged ,
- immature
5. ( van vogels ) die nog geen veren hebben ontwikkeld
- "Een kleine, niet-gevormde mus op de vensterbank"
- synoniem:
- ontvlucht ,
- onvolwassen
Examples of using
He sounds very immature.
Hij klinkt erg onvolwassen.
She sounds very immature.
Ze klinkt erg onvolwassen.