Translation meaning & definition of the word "hubby" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "hubby" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Hubby
[Manlief]/həbi/
noun
1. A married man
- A woman's partner in marriage
- synonym:
- husband ,
- hubby ,
- married man
1. Een getrouwde man
- Een huwelijkspartner van een vrouw
- synoniem:
- echtgenoot ,
- manlief ,
- getrouwde man