Translation meaning & definition of the word "housekeeping" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "huishouden" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Housekeeping
[Huishouden]/haʊskipɪŋ/
noun
1. The work of cleaning and running a house
- synonym:
- housework ,
- housekeeping
1. Het werk van het schoonmaken en runnen van een huis
- synoniem:
- huishoudelijk werk ,
- huishouding