Translation meaning & definition of the word "housebroken" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "housebroken" in Nederlandse taal
English⟶Dutch
Housebroken
[Gebroken]/haʊsbroʊkən/
adjective
1. (of pets) trained to urinate and defecate outside or in a special place
- "Housebroken pets"
- "`house-trained' is chiefly british"
- synonym:
- housebroken ,
- house-trained
1. ( huisdieren ) getraind om buiten of op een speciale plaats te plassen en te poepen
- "Huisgebroken huisdieren"
- "Huisgetraind 'is voornamelijk brits"
- synoniem:
- huis gebroken ,
- huis getraind