Translation meaning & definition of the word "honk" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "honk" in Nederlandse taal
English⟶Dutch
Honk
[Honk]/hɑŋk/
noun
1. The cry of a goose (or any sound resembling this)
- synonym:
- honk
1. De kreet van een gans ( of elk geluid dat hierop lijkt )
- synoniem:
- toeteren
verb
1. Make a loud noise
- "The horns of the taxis blared"
- synonym:
- honk ,
- blare ,
- beep ,
- claxon ,
- toot
1. Maak een hard geluid
- "De hoorns van de taxi's schalden"
- synoniem:
- toeteren ,
- schallen ,
- piep ,
- claxon ,
- toot
2. Use the horn of a car
- synonym:
- honk ,
- claxon
2. Gebruik de hoorn van een auto
- synoniem:
- toeteren ,
- claxon
3. Cry like a goose
- "The geese were honking"
- synonym:
- honk ,
- cronk
3. Huil als een gans
- "De ganzen toeterden"
- synoniem:
- toeteren ,
- cronk
4. Eject the contents of the stomach through the mouth
- "After drinking too much, the students vomited"
- "He purged continuously"
- "The patient regurgitated the food we gave him last night"
- synonym:
- vomit ,
- vomit up ,
- purge ,
- cast ,
- sick ,
- cat ,
- be sick ,
- disgorge ,
- regorge ,
- retch ,
- puke ,
- barf ,
- spew ,
- spue ,
- chuck ,
- upchuck ,
- honk ,
- regurgitate ,
- throw up
4. Verwijder de inhoud van de maag door de mond
- "Nadat ze te veel hadden gedronken, braken de studenten over"
- "Hij heeft continu gezuiverd"
- "De patiënt heeft het voedsel dat we hem gisteravond hebben gegeven uitgebraakt"
- synoniem:
- braken ,
- braken op ,
- zuiveren ,
- gegoten ,
- ziek ,
- kat ,
- ziek zijn ,
- walging ,
- regorge ,
- retch ,
- kots ,
- barf ,
- spuwen ,
- spue ,
- chuck ,
- upchuck ,
- toeteren ,
- overgeven