Translation meaning & definition of the word "homestead" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "homestead" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Homestead
[Homestead]/hoʊmstɛd/
noun
1. The home and adjacent grounds occupied by a family
- synonym:
- homestead
1. Het huis en het aangrenzende terrein dat wordt ingenomen door een gezin
- synoniem:
- homestead
2. Land acquired from the united states public lands by filing a record and living on and cultivating it under the homestead law
- synonym:
- homestead
2. Land verkregen van de amerikaanse openbare gronden door een record in te dienen en ervan te leven en te cultiveren onder de homestead law
- synoniem:
- homestead
3. Dwelling that is usually a farmhouse and adjoining land
- synonym:
- homestead
3. Woning die meestal een boerderij is en aangrenzend land
- synoniem:
- homestead
verb
1. Settle land given by the government and occupy it as a homestead
- synonym:
- homestead
1. Vestig land dat door de regering is gegeven en bezet het als een woning
- synoniem:
- homestead