Translation meaning & definition of the word "hoax" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "hoax" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Hoax
[Hoax]/hoʊks/
noun
1. Something intended to deceive
- Deliberate trickery intended to gain an advantage
- synonym:
- fraud ,
- fraudulence ,
- dupery ,
- hoax ,
- humbug ,
- put-on
1. Iets bedoeld om te misleiden
- Opzettelijke bedrog bedoeld om een voordeel te behalen
- synoniem:
- fraude ,
- dupery ,
- hoax ,
- humbug ,
- opgezet
verb
1. Subject to a playful hoax or joke
- synonym:
- hoax ,
- pull someone's leg ,
- play a joke on
1. Onderhevig aan een speelse hoax of grap
- synoniem:
- hoax ,
- trek iemands been ,
- speel een grap op
Examples of using
It was a hoax.
Het was een hoax.
It was a hoax.
Het was een hoax.
It was a hoax.
Het was een hoax.