Translation meaning & definition of the word "historian" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "historicus" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Historian
[Historicus]/hɪstɔriən/
noun
1. A person who is an authority on history and who studies it and writes about it
- synonym:
- historian ,
- historiographer
1. Een persoon die een autoriteit is op het gebied van geschiedenis en die het bestudeert en erover schrijft
- synoniem:
- historicus ,
- historiograaf