Translation meaning & definition of the word "helper" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "helper" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Helper
[Helper]/hɛlpər/
noun
1. A person who contributes to the fulfillment of a need or furtherance of an effort or purpose
- "My invaluable assistant"
- "They hired additional help to finish the work"
- synonym:
- assistant ,
- helper ,
- help ,
- supporter
1. Een persoon die bijdraagt aan het vervullen van een behoefte of bevordering van een inspanning of doel
- "Mijn onschatbare assistent"
- "Ze huurden extra hulp in om het werk af te maken"
- synoniem:
- assistent ,
- helper ,
- helpen ,
- supporter
2. A person who helps people or institutions (especially with financial help)
- synonym:
- benefactor ,
- helper
2. Een persoon die mensen of instellingen helpt ( vooral met financiële hulp )
- synoniem:
- weldoener ,
- helper