Translation meaning & definition of the word "hearing" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "horen" in de Nederlandse taal
Hearing
[Hoorzitting]noun
1. (law) a proceeding (usually by a court) where evidence is taken for the purpose of determining an issue of fact and reaching a decision based on that evidence
- synonym:
- hearing
1. ( wet ) een procedure ( gewoonlijk door een rechtbank ) waarbij bewijs wordt genomen om een feitelijke kwestie te bepalen en een beslissing te nemen op basis van dat bewijs
- synoniem:
- gehoor
2. An opportunity to state your case and be heard
- "They condemned him without a hearing"
- "He saw that he had lost his audience"
- synonym:
- hearing ,
- audience
2. Een gelegenheid om uw zaak te melden en gehoord te worden
- "Ze veroordeelden hem zonder hoorzitting"
- "Hij zag dat hij zijn publiek had verloren"
- synoniem:
- gehoor ,
- publiek
3. The range within which a voice can be heard
- "The children were told to stay within earshot"
- synonym:
- earshot ,
- earreach ,
- hearing
3. Het bereik waarbinnen een stem te horen is
- "De kinderen moesten binnen gehoorsafstand blijven"
- synoniem:
- gehoorsafstand ,
- oorbereik ,
- gehoor
4. The act of hearing attentively
- "You can learn a lot by just listening"
- "They make good music--you should give them a hearing"
- synonym:
- listening ,
- hearing
4. Aandachtig horen
- "Je kunt veel leren door gewoon te luisteren"
- "Ze maken goede muziek - je moet ze horen"
- synoniem:
- luisteren ,
- gehoor
5. A session (of a committee or grand jury) in which witnesses are called and testimony is taken
- "The investigative committee will hold hearings in chicago"
- synonym:
- hearing
5. Een sessie ( van een commissie of grand jury ) waarin getuigen worden opgeroepen en getuigenis wordt afgelegd
- "De onderzoekscommissie houdt hoorzittingen in chicago"
- synoniem:
- gehoor
6. The ability to hear
- The auditory faculty
- "His hearing was impaired"
- synonym:
- hearing ,
- audition ,
- auditory sense ,
- sense of hearing ,
- auditory modality
6. Het vermogen om te horen
- De auditieve faculteit
- "Zijn gehoor was aangetast"
- synoniem:
- gehoor ,
- auditie ,
- auditief gevoel ,
- auditieve modaliteit
adjective
1. Able to perceive sound
- synonym:
- hearing(a)
1. In staat om geluid waar te nemen
- synoniem:
- horen ( a )