Translation meaning & definition of the word "happiness" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "geluk" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Happiness
[Geluk]/hæpinəs/
noun
1. State of well-being characterized by emotions ranging from contentment to intense joy
- synonym:
- happiness ,
- felicity
1. Staat van welzijn gekenmerkt door emoties variërend van tevredenheid tot intense vreugde
- synoniem:
- geluk
2. Emotions experienced when in a state of well-being
- synonym:
- happiness
2. Emoties ervaren in een staat van welzijn
- synoniem:
- geluk
Examples of using
What can be added to the happiness of a man who is in health, out of debt, and has a clear conscience?
Wat kan worden toegevoegd aan het geluk van een man die gezond is, geen schulden heeft en een zuiver geweten heeft?
We're on earth to look for happiness, not to find it.
We zijn op aarde om geluk te zoeken, niet om het te vinden.
They're lighting the candle and asking the great kind God for happiness.
Ze steken de kaars aan en vragen de grote vriendelijke God om geluk.