Translation meaning & definition of the word "handball" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "handbal" in Nederlandse taal
English⟶Dutch
Handball
[Handbal]/hændbɔl/
noun
1. A small rubber ball used in playing the game of handball
- synonym:
- handball
1. Een kleine rubberen bal die wordt gebruikt bij het spelen van het spel van handbal
- synoniem:
- handbal
2. A game played in a walled court or against a single wall by two or four players who strike a rubber ball with their hands
- synonym:
- handball
2. Een spel gespeeld in een ommuurd veld of tegen een enkele muur door twee of vier spelers die met hun handen een rubberen bal slaan
- synoniem:
- handbal