Translation meaning & definition of the word "halfway" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "halverwege" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Halfway
[Halverwege]/hæfwe/
adjective
1. Equally distant from the extremes
- synonym:
- center(a) ,
- halfway ,
- middle(a) ,
- midway
1. Even ver verwijderd van de extremen
- synoniem:
- centrum ( a ) ,
- halverwege ,
- midden ( a )
2. At a point midway between two extremes
- "At the halfway mark"
- synonym:
- halfway
2. Op een punt halverwege tussen twee uitersten
- "Midden op markering"
- synoniem:
- halverwege
3. Including only half or a portion
- "Halfway measures"
- synonym:
- halfway
3. Inclusief slechts de helft of een deel
- "Halverwege maatregelen"
- synoniem:
- halverwege
adverb
1. At half the distance
- At the middle
- "He was halfway down the ladder when he fell"
- synonym:
- halfway ,
- midway
1. Op de helft van de afstand
- In het midden
- "Hij was halverwege de ladder toen hij viel"
- synoniem:
- halverwege
Examples of using
The train stopped at a point halfway between the two stations.
De trein stopte halverwege tussen de twee stations.
A lie can travel halfway around the world while the truth is putting on its shoes.
Een leugen kan halverwege de wereld reizen terwijl de waarheid zijn schoenen aantrekt.
I'm sure you'll be sorry if you give it up halfway through.
Ik weet zeker dat het je spijt als je het halverwege opgeeft.