Translation meaning & definition of the word "haircut" into Dutch language

noun

1. The style in which hair has been cut

synonym:
• haircut

1. De stijl waarin het haar is geknipt

synoniem:
• kapsel

2. The act of cutting the hair

synonym:
• haircut

2. Het knippen van het haar

synoniem:
• kapsel

Examples of using

Tom needs to get a haircut.

Tom moet een knipbeurt krijgen.

Do you like my new haircut?

Vind je mijn nieuwe kapsel leuk?

Tom just got a haircut.

Tom heeft net een knipbeurt gekregen.

Tom needs a haircut.

Tom heeft een knipbeurt nodig.

Frankly speaking, I don't like your haircut.

Eerlijk gezegd hou ik niet van je kapsel.

You need a haircut.

Je hebt een knipbeurt nodig.

Soon I have to go get a haircut.

Binnenkort moet ik een knipbeurt gaan halen.

I get a haircut every month.

Ik krijg elke maand een knipbeurt.

Do you like my new haircut?

Vind je mijn nieuwe kapsel leuk?