Mary has long blond hair.
Maria heeft lang blond haar.
Tom combed back his hair.
Tom kamde zijn haar naar achteren.
She pulled her hair into a ponytail.
Ze trok haarhaar in een paardenstaart.
He touched her hair.
Hij raakte haarhaar aan.
Pubic hair is curly.
Schaamhaar is krullend.
Tom has a patch of gray in his hair.
Tom heeft een stukje grijs in zijn haar.
Mary has very long hair.
Maria heeft zeer lang haar.
I have very long hair.
Ik heb heel lang haar.
She has very short hair.
Ze heeft heel kort haar.
He has very short hair.
Hij heeft heel kort haar.
My hair stood on end.
Mijn haar stond overeind.
Every lock of Mary's hair was in place.
Elke lok van Mary's haar zat op zijn plaats.
What color is Tom's hair?
Welke kleur heeft Toms haar?
Tom just missed hitting me by a hair.
Tom miste me net door een haar te slaan.
Tom had his hair slicked back.
Tom had zijn haar naar achteren gestreken.
Can I touch your hair?
Mag ik je haar aanraken?
It takes Mary a whole hour to do her hair.
Het kost Mary een heel uur om haarhaar te doen.
Tom has straight hair.
Tom heeft steil haar.
Her long hair was chestnut brown.
Haar lange haar was kastanjebruin.
I must get my hair cut.
Ik moet mijn haar laten knippen.
For free English to Dutch translation, utilize the Lingvanex translation apps.
We apply ultimate machine translation technology and artificial intelligence to offer a free Dutch-English online text translator.