Examples of using
I'm at the gym.
Ik ben in de sportschool.
I was in the gym.
Ik was in de sportschool.
I can't go to the gym tonight.
Ik kan vanavond niet naar de sportschool.
She spends many hours at the gym to lose weight.
Ze brengt vele uren door in de sportschool om af te vallen.
I tackled making you a strong programmer, and you don't want to go to the gym?
Ik heb je aangepakt om een sterke programmeur te worden en je wilt niet naar de sportschool?
I've been going to the gym for six months now but I must be doing something wrong because I still don't see any improvement.
Ik ga nu zes maanden naar de sportschool, maar ik moet iets verkeerd doen omdat ik nog steeds geen verbetering zie.
They gathered in the gym.
Ze verzamelden zich in de sportschool.
Are they in the gym?
Zijn ze in de sportschool?
We played basketball in the gym.
We speelden basketbal in de sportschool.
This hotel has a gym and a swimming pool.
Dit hotel heeft een fitnessruimte en een zwembad.
The picnic was held in the gym on account of the rain.
De picknick werd vanwege de regen in de sportschool gehouden.
I was in the gym.
Ik was in de sportschool.
She spends many hours at the gym to lose weight.
Ze brengt vele uren door in de sportschool om af te vallen.
