Translation meaning & definition of the word "gravy" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "jus" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Gravy
[Jus]/grevi/
noun
1. A sauce made by adding stock, flour, or other ingredients to the juice and fat that drips from cooking meats
- synonym:
- gravy
1. Een saus gemaakt door bouillon, bloem of andere ingrediënten toe te voegen aan het sap en vet dat druipt van kookvlees
- synoniem:
- jus
2. The seasoned but not thickened juices that drip from cooking meats
- Often a little water is added
- synonym:
- gravy ,
- pan gravy
2. De gekruide maar niet verdikte sappen die uit kookvlees druppelen
- Vaak komt er een beetje water bij
- synoniem:
- jus ,
- pan jus
3. A sudden happening that brings good fortune (as a sudden opportunity to make money)
- "The demand for testing has created a boom for those unregulated laboratories where boxes of specimen jars are processed like an assembly line"
- synonym:
- boom ,
- bonanza ,
- gold rush ,
- gravy ,
- godsend ,
- manna from heaven ,
- windfall ,
- bunce
3. Een plotselinge gebeurtenis die geluk brengt ( als een plotselinge kans om geld te verdienen )
- "De vraag naar testen heeft een hausse veroorzaakt voor die niet-gereglementeerde laboratoria waar dozen met specimenpotten worden verwerkt als een assemblagelijn"
- synoniem:
- boem ,
- bonanza ,
- goudkoorts ,
- jus ,
- godsend ,
- manna uit de hemel ,
- meevaller ,
- bunce