Translation meaning & definition of the word "gratitude" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "dankbaarheid" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Gratitude
[Dankbaarheid]/grætətud/
noun
1. A feeling of thankfulness and appreciation
- "He was overwhelmed with gratitude for their help"
- synonym:
- gratitude
1. Een gevoel van dankbaarheid en waardering
- "Hij was overweldigd door dankbaarheid voor hun hulp"
- synoniem:
- dankbaarheid
Examples of using
It was apprehended not as a gratitude but as an insult.
Het werd niet als dankbaarheid maar als een belediging aangehouden.
"And that's your gratitude for all I've done for you?" "Your past services won't be forgotten, Tom, but your present mistakes won't be forgiven."
"En dat is je dankbaarheid voor alles wat ik voor je heb gedaan?" "Je eerdere diensten zullen niet worden vergeten, Tom, maar je huidige fouten zullen niet worden vergeven."
I owe Tom a debt of gratitude.
Ik ben Tom veel dank verschuldigd.