Translation meaning & definition of the word "graduation" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "afstuderen" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Graduation
[Afstuderen]/græʤueʃən/
noun
1. The successful completion of a program of study
- synonym:
- graduation
1. De succesvolle afronding van een studieprogramma
- synoniem:
- afstuderen
2. An academic exercise in which diplomas are conferred
- synonym:
- commencement ,
- commencement exercise ,
- commencement ceremony ,
- graduation ,
- graduation exercise
2. Een academische oefening waarbij diploma's worden uitgereikt
- synoniem:
- aanvang ,
- beginceremonie ,
- afstuderen ,
- afstudeeroefening
3. A line (as on a vessel or ruler) that marks a measurement
- "The ruler had 16 graduations per inch"
- synonym:
- graduation
3. Een lijn ( zoals op een vat of liniaal ) die een meting markeert
- "De liniaal had 16 schaalverdelingen per inch"
- synoniem:
- afstuderen
4. The act of arranging in grades
- synonym:
- gradation ,
- graduation
4. Het regelen van cijfers
- synoniem:
- gradatie ,
- afstuderen
Examples of using
After her graduation from college, she went over to the United States.
Na haar afstuderen ging ze naar de Verenigde Staten.
The student council discussed plans for the graduation.
De studentenraad besprak plannen voor het afstuderen.