Translation meaning & definition of the word "governor" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "gouverneur" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Governor
[Gouverneur]/gəvərnər/
noun
1. The head of a state government
- synonym:
- governor
1. Het hoofd van een deelstaatregering
- synoniem:
- gouverneur
2. A control that maintains a steady speed in a machine (as by controlling the supply of fuel)
- synonym:
- governor ,
- regulator
2. Een controle die een constante snelheid in een machine ( handhaaft door de toevoer van brandstof ) te regelen
- synoniem:
- gouverneur ,
- toezichthouder
Examples of using
The governor pardoned the criminal.
De gouverneur vergaf de crimineel.
Tom's pardon was granted by the governor.
Tom's gratie werd verleend door de gouverneur.
Rockefeller was governor of New York.
Rockefeller was gouverneur van New York.