Lingvanex Tranalator

Translator for


translation app

Lingvanex - your universal translation app

Translator for

Download For Free

Translation meaning & definition of the word "glow" into Dutch language

Vertaling betekenis & definitie van het woord "gloeien" in de Nederlandse taal

EnglishDutch

Glow

[Gloeien]
/gloʊ/

noun

1. An alert and refreshed state

    synonym:
  • freshness
  • ,
  • glow

1. Een alarmerende en vernieuwde staat

    synoniem:
  • frisheid
  • ,
  • gloed

2. Light from nonthermal sources

    synonym:
  • luminescence
  • ,
  • glow

2. Licht van niet-thermische bronnen

    synoniem:
  • luminescentie
  • ,
  • gloed

3. The phenomenon of light emission by a body as its temperature is raised

    synonym:
  • incandescence
  • ,
  • glow

3. Het fenomeen lichtemissie door een lichaam naarmate de temperatuur stijgt

    synoniem:
  • gloei
  • ,
  • gloed

4. A feeling of considerable warmth

  • "The glow of new love"
  • "A glow of regret"
    synonym:
  • glow

4. Een gevoel van aanzienlijke warmte

  • "De gloed van nieuwe liefde"
  • "Een gloed van spijt"
    synoniem:
  • gloed

5. A steady even light without flames

    synonym:
  • glow

5. Een stabiel gelijkmatig licht zonder vlammen

    synoniem:
  • gloed

6. The amount of electromagnetic radiation leaving or arriving at a point on a surface

    synonym:
  • radiance
  • ,
  • glow
  • ,
  • glowing

6. De hoeveelheid elektromagnetische straling die op een punt op een oppervlak vertrekt of aankomt

    synoniem:
  • uitstraling
  • ,
  • gloed
  • ,
  • stralend

7. An appearance of reflected light

    synonym:
  • gleam
  • ,
  • gleaming
  • ,
  • glow
  • ,
  • lambency

7. Een uiterlijk van gereflecteerd licht

    synoniem:
  • glanzen
  • ,
  • glanzend
  • ,
  • gloed
  • ,
  • lambentie

verb

1. Emit a steady even light without flames

  • "The fireflies were glowing and flying about in the garden"
    synonym:
  • glow

1. Straal een stabiel gelijkmatig licht uit zonder vlammen

  • "De vuurvliegjes gloeiden en vlogen rond in de tuin"
    synoniem:
  • gloed

2. Have a complexion with a strong bright color, such as red or pink

  • "Her face glowed when she came out of the sauna"
    synonym:
  • glow
  • ,
  • beam
  • ,
  • radiate
  • ,
  • shine

2. Hebben een teint met een sterke felle kleur, zoals rood of roze

  • "Haar gezicht gloeide toen ze uit de sauna kwam"
    synoniem:
  • gloed
  • ,
  • straal
  • ,
  • stralen
  • ,
  • schijnen

3. Shine intensely, as if with heat

  • "The coals were glowing in the dark"
  • "The candles were burning"
    synonym:
  • burn
  • ,
  • glow

3. Glans intens, alsof het warmte is

  • "De kolen gloeiden in het donker"
  • "De kaarsen brandden"
    synoniem:
  • branden
  • ,
  • gloed

4. Be exuberant or high-spirited

  • "Make the people's hearts glow"
    synonym:
  • glow

4. Uitbundig of opgewekt zijn

  • "Laat de harten van de mensen gloeien"
    synoniem:
  • gloed

5. Experience a feeling of well-being or happiness, as from good health or an intense emotion

  • "She was beaming with joy"
  • "Her face radiated with happiness"
    synonym:
  • glow
  • ,
  • beam
  • ,
  • radiate
  • ,
  • shine

5. Ervaar een gevoel van welzijn of geluk, als van een goede gezondheid of een intense emotie

  • "Ze straalde van vreugde"
  • "Haar gezicht straalde van geluk"
    synoniem:
  • gloed
  • ,
  • straal
  • ,
  • stralen
  • ,
  • schijnen

Examples of using

You could see the glow of the fire for miles.
Je kon kilometerslang de gloed van het vuur zien.