Translation meaning & definition of the word "glove" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "handschoen" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Glove
[Handschoen]/gləv/
noun
1. The handwear used by fielders in playing baseball
- synonym:
- baseball glove ,
- glove ,
- baseball mitt ,
- mitt
1. De handkleding die veldspelers gebruiken bij het spelen van honkbal
- synoniem:
- honkbal handschoen ,
- handschoen ,
- honkbalhandschoen ,
- want
2. Handwear: covers the hand and wrist
- synonym:
- glove
2. Handkleding: bedekt de hand en pols
- synoniem:
- handschoen
3. Boxing equipment consisting of big and padded coverings for the fists of the fighters
- Worn for the sport of boxing
- synonym:
- boxing glove ,
- glove
3. Boksuitrusting bestaande uit grote en beklede bekledingen voor de vuisten van de jagers
- Gedragen voor de bokssport
- synoniem:
- bokshandschoen ,
- handschoen
Examples of using
"This is ..." "Working glove and trowel. One of a gardening club's basic tools"
"Dit is ..." "Werkhandschoen en troffel. Een van de basisinstrumenten van een tuinclub"
The glove has a hole in the thumb.
De handschoen heeft een gat in de duim.