Translation meaning & definition of the word "given" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "gegeven" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Given
[Gegeven]/gɪvən/
noun
1. An assumption that is taken for granted
- synonym:
- given ,
- presumption ,
- precondition
1. Een veronderstelling die als vanzelfsprekend wordt beschouwd
- synoniem:
- gegeven ,
- vermoeden ,
- voorwaarde
adjective
1. Acknowledged as a supposition
- "Given the engine's condition, it is a wonder that it started"
- synonym:
- given ,
- granted
1. Erkend als een veronderstelling
- "Gezien de staat van de motor is het een wonder dat hij is begonnen"
- synoniem:
- gegeven ,
- verleend
2. (usually followed by `to') naturally disposed toward
- "He is apt to ignore matters he considers unimportant"
- "I am not minded to answer any questions"
- synonym:
- apt(p) ,
- disposed(p) ,
- given(p) ,
- minded(p) ,
- tending(p)
2. ( gewoonlijk gevolgd door `to ') van nature bestemd voor
- "Hij is geneigd zaken te negeren die hij onbelangrijk vindt"
- "Ik ben niet van plan vragen te beantwoorden"
- synoniem:
- apt ( p ) ,
- verwijderd ( p ) ,
- gegeven ( p ) ,
- minded ( p ) ,
- behandeling ( p )
Examples of using
All that is not given is lost.
Alles wat niet wordt gegeven, gaat verloren.
The teacher has given Tom permission to do whatever he wants.
De leraar heeft Tom toestemming gegeven om te doen wat hij wil.
I've given you all the knowledge that I have.
Ik heb je alle kennis gegeven die ik heb.