Translation meaning & definition of the word "gig" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "gig" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Gig
[Gig]/gɪg/
noun
1. Long and light rowing boat
- Especially for racing
- synonym:
- gig
1. Lange en lichte roeiboot
- Speciaal voor racen
- synoniem:
- optreden
2. An implement with a shaft and barbed point used for catching fish
- synonym:
- spear ,
- gig ,
- fizgig ,
- fishgig ,
- lance
2. Een werktuig met een schacht en prikkelpunt dat wordt gebruikt voor het vangen van vis
- synoniem:
- speer ,
- optreden ,
- fizgig ,
- visgig ,
- lans
3. A cluster of hooks (without barbs) that is drawn through a school of fish to hook their bodies
- Used when fish are not biting
- synonym:
- gig
3. Een cluster van haken ( zonder weerhaken ) die door een school vissen wordt getrokken om hun lichaam te haken
- Gebruikt wanneer vissen niet bijten
- synoniem:
- optreden
4. Tender that is a light ship's boat
- Often for personal use of captain
- synonym:
- gig
4. Tender dat is een lichte scheepsboot
- Vaak voor persoonlijk gebruik van kapitein
- synoniem:
- optreden
5. Small two-wheeled horse-drawn carriage
- With two seats and no hood
- synonym:
- gig
5. Kleine tweewielige paardenkoets
- Met twee stoelen en geen kap
- synoniem:
- optreden
6. A booking for musicians
- "They played a gig in new jersey"
- synonym:
- gig
6. Een boeking voor muzikanten
- "Ze speelden een optreden in new jersey"
- synoniem:
- optreden