Translation of "gentle" into Dutch

Zacht

IPA : /ʤɛntəl/

synonyms:

• soft,
• easy,
• placate,
• docile,
• aristocratic,
• blue,
• appease

"Close your eyes for a minute," Tom whispered. Mary closed her eyes and Tom gave her a gentle kiss on the lips.

"Sluit je ogen even", fluisterde Tom. Mary sloot haar ogen en Tom gaf haar een zachte kus op de lippen.

She is not only gentle but brave.

Ze is niet alleen zachtaardig maar ook moedig.

The long cruel winter at last came to an end, giving place to a gentle warm spring.

Eindelijk kwam er een einde aan de lange wrede winter, die plaats maakte voor een zachte, warme lente.

This child is as gentle as a lamb today.

Dit kind is vandaag zo zacht als een lam.

A gentle wind made ripples on the surface of the pond.

Een zachte wind zorgde voor rimpelingen op het oppervlak van de vijver.